Cafetaria Videosnack

Wist je dat?

Stukje geschiedenis van Videosnack

Jian emigreert naar Nederland

De Chinese economie komt moeilijk op gang waardoor Jian besluit om op 20-jarige leeftijd te emigreren vanuit Shanghai (China) naar Oldenzaal (NL).

23 sept. 1981

Lin emigreert naar Nederland

Jian en Lin trouwen in 1986 in Shanghai (China) waarna Lin op 22-jarige leeftijd ook naar Nederland emigreert.

22 dec. 1986

Jian en Lin openen samen hun eerste zaak

Bij verschillende restaurants in Nederland doet Jian werkervaring op. Beginnend als afwasser en werkt zich op tot sous-chef en uiteindelijk chefkok. Jian en Lin openen hun Chinese restaurant in Oldenzaal aan de Steenstraat: Fong Shou (Welvaart).

1 juli 1991

Cafetaria Videosnack

Jian en Lin nemen Videosnack in 1995 over. Direct maken zij een start met het combineren van patat, snack, Chinees en de verhuur van video's (VHS) en later DVD's. Deze combinatie is uniek en blijkt een succes te zijn.

1 nov. 1995

Grote schade door brand

Nog geen kwartier na het afsluiten van de zaak, ontvangt de brandweer melding van een uitslaande brand. Het blijkt al snel te gaan om een brand in de zaak. Nu moet het ondernemers echtpaar machteloos toekijken hoe de zaak grote schade oploopt.

25 mei, 2021

Rust en bezinning

Hoewel de rust Jian en Lin in het begin goed doet, groeit bij hen het besef dat een vervroegd pensioen niet goed voelt. Al snel beginnen zij met het maken van een nieuw ondernemingsplan. De start van de verbouwing in de zaak volgt hierna snel.

2 aug. 2021

Cafetaria Videosnack 2.0

Cafetaria Videosnack heeft een nieuwe huisstijl, inrichting, website en gaat van start met het bezorgen van maaltijden. Naast patat en snacks kan men ook Chinese maaltijden laten bezorgen! De werkwijze is vernieuwd om sneller te opereren als ook om een hoge kwaliteit te bewaken. Zet je film of serie maar alvast klaar en bestellen maar!

Bestellen 8 febr. 2022

Wikisnacks

Begrippenlijst met alles wat je (w)eten wilt

A – B

Ajam Pangang is in Indonesië en Maleisië bekend als de kipvariant van Babi Pangang. Ajam Pangang is de naam voor verschillende gerechten uit het Verre Oosten gemaakt van (geroosterd) kippenvlees.

 

In de Chinees-Indische restaurants in Nederland en België worden soms verschillende varianten aangeboden.

 

De zoetzure tomaat- en gembersaus die men in Chinees-Indische restaurants in Nederland meestal bij het gerecht serveert, wordt voor het eerst in 1933 vermeld. De saus is dus geen Nederlandse uitvinding.

 

Door de stijgende welvaart na de Tweede Wereldoorlog werd spek als armeluiskost gezien. Chinese restaurants vervingen het daarom door "beter" vlees.

Atjar is een zuur (bij)gerecht van de Indonesische, de Indische en de Maleisische keuken.

 

Er zijn verschillende categorieën atjars. De zure smaak kan door inmaak en gisting van de gebruikte groenten zijn verkregen. Vaak wordt een atjar gemaakt met azijn, waaraan allerlei ingrediënten kunnen worden toegevoegd: olie, zout, suiker en een arsenaal aan Indische kruiden, met name koenjit (kurkuma), waardoor de atjar een gele kleur krijgt.

 

Zijn er meerdere groenten gebruikt, dan spreekt men van atjar tjampoer. Dit betekent "gemengd zuur". Atjar kan ook gemaakt zijn op basis van vlees, vis of eieren. Groenten die voor een groentenatjar bruikbaar zijn, zijn stevige soorten zoals witte kool, wortel, ui en paprika, maar ook Chinese kool en komkommer.

 

Atjar wordt als bijgerecht gebruikt om de frisse smaak, die een contrast vormt met de vaak gekruide Indische gerechten. 

In Indonesië en Maleisië beschreven als Babi Pangang, is de naam voor verschillende gerechten uit het Verre Oosten gemaakt van (geroosterd) varkensvlees. In Chinees-Indische restaurants in Nederland en België worden verschillende varianten aangeboden.

 

Uit krantenarchieven blijkt dat het gerecht al voor 1900 door Chinezen in Indonesië bereid werd. Het is dus niet pas in Nederland ontstaan, zoals soms geloofd wordt. Rond 1900 was het gerecht ook populair bij de Nederlanders die in de grote Javaanse steden woonden.

 

De zoetzure tomaat- en gembersaus die men in Chinees-Indische restaurants in Nederland meestal bij het gerecht serveert, wordt voor het eerst in 1933 vermeld. Ook zij is dus geen Nederlandse uitvinding. Varianten die in plaats van spek ander vlees gebruiken zijn wel in Nederland ontstaan.

 

Door de stijgende welvaart na de Tweede Wereldoorlog werd spek als armeluiskost gezien. Chinese restaurants vervingen het daarom door "beter" vlees.

Bami is oorspronkelijk een Chinees ingrediënt. De benaming komt uit de Chinese Minnanyu-taal, waarbij "ba" vlees betekent en "mie" de Min Nan benaming is voor een soort noedels gemaakt van tarwe. "Ba-mie" betekent dus eigenlijk: tarwenoedels geschikt voor vleesgerechten.

In Indonesië, Maleisië en in Thailand worden deze tarwenoedels ook als bami aangeduid en via het Maleis (de voertaal in voormalig Nederlands-Indië) is het woord in de Nederlandse taal opgenomen.

 

In Nederland wordt met bami vaak bami goreng bedoeld, namelijk gebakken bami met (vaak) vlees of garnalen, groenten, ei en andere smaakmakers als toevoegingen aan de tarwenoedels. De benaming "bami goreng" komt uit het Maleisische en Indonesische taalgebied waarbij "goreng" gebakken betekent. Het wordt in Nederland gebruikt om alle vormen van gebakken mie aan te duiden, ook de Chinese en soms zelfs ook de Thaise varianten.

 

De in Nederland gebruikelijke textuur en smaak van deze noedels is anders dan bij Aziatische bami.

D – F

Dagin Bali is een gesmoord rundvleesgerecht uit de Indische keuken dat met minimale ingrediënten – sambal en wat verwarmende specerijen zoals nootmuskaat, kruidnagel en/of kaneel – een maximale smaakbeleving weet te creëren. Het gerecht is licht pikant te noemen en bevat geen chilipepers.

 

Het gerecht komt oorspronkelijk uit West-Java. Inmiddels bestaan er talloze variaties op Dagin Bali, zowel in Nederland als in Indonesië, waar het nog steeds wordt gegeten. De variatie zit ‘m met name in de specerijen die worden gebruikt in de saus. In ons land zitten er meestal kruidnagel en nootmuskaat in, twee Hollandse favorieten, terwijl Chinese Indonesiërs vaak steranijs en kaneel gebruiken, om maar een voorbeeld te noemen.

Dagin Ketjap is een gesmoord rundvleesgerecht uit de Indische keuken dat met minimale ingrediënten – ketjap manis en wat verwarmende specerijen zoals nootmuskaat, kruidnagel en/of kaneel – een maximale smaakbeleving weet te creëren. Het gerecht is eerder zoet dan pittig te noemen en bevat geen chilipepers.

 

Het gerecht komt oorspronkelijk uit West-Java. Inmiddels bestaan er talloze variaties op daging ketjap, zowel in Nederland als in Indonesië, waar het nog steeds wordt gegeten. De variatie zit ‘m met name in de specerijen die worden gebruikt in de saus. In ons land zitten er meestal kruidnagel en nootmuskaat in, twee Hollandse favorieten, terwijl Chinese Indonesiërs vaak steranijs en kaneel gebruiken, om maar een voorbeeld te noemen. Zijdezacht rundvlees en een diepbruine, zoetige saus door de ketjap.

Chinese Bami (eiernoedels) is, oorspronkelijk, een Chinees ingrediënt. In Nederland wordt met Chinese Bami vaak Chinese Bami Goreng bedoeld, namelijk gebakken Chinese Bami met (vaak) vlees of garnalen, groenten, ei en andere smaakmakers als toevoegingen aan de eiernoedel.

 

De benaming "goreng" komt uit het Maleisische en Indonesische taalgebied waarbij "goreng" gebakken betekent. Het wordt in Nederland gebruikt om alle vormen van gebakken mie aan te duiden, ook de Chinese en soms zelfs ook de Thaise varianten. De textuur en smaak van deze noedels is anders dan de in Nederland gebruikelijke bami en komt meer overeen met mie wat in China gegeten wordt.

Het Chinese gerecht Foe Yong Hai spreek je uit als ‘foe joeng hai en is een omelet gevuld met groenten en naar wens kip, vlees, ham of garnalen, geserveerd in een zoete tomaatachtige saus. Hai betekent krab en verwijst naar een van de oorspronkelijke ingrediënten van het gerecht. Die krab is nu meestal niet meer te vinden in het gerecht, maar de naam is hetzelfde gebleven.

G – G

Gado Gado is een Indonesisch groentegerecht, dat in Nederland en Suriname vooral bekend is als gerecht van het Chinees-Indisch restaurant. In die hoedanigheid is het een mix van groenten met gebakken ei, een schep pindasaus, en verkruimelde kroepoek. Het wordt geserveerd met witte rijst of lontong.

 

Gado Gado is geschikt voor vegetariërs indien de kroepoek achterwege wordt gelaten. De oorspronkelijke Indonesische of Indische gadogado bestaat uit diverse kort gekookte of rauwe groenten, taugé, blokjes tahoe al dan niet met een in partjes gesneden gekookt ei, en met eroverheen een dikke kruidige pindasaus.

Gon Bao Ha is een gerecht van grote garnalen bereid in Gon Bao saus. "Ha" betekent Garnalen.

Gon Bao Ha is een gerecht van kipfilet bereid in Gon Bao saus. "Kei" betekent kip.

Gon Bao Yuk is een gerecht van varkensvlees bereid in Gon Bao saus. "Yuk" betekent varkensvlees.

H – M

Haaienvinnensoep is een soep die, in ons land in elk geval, weinig met haaien of vinnen te maken heeft, omdat het illegaal is in de EU. Het is een kippensoep, licht gebonden met aardappelzetmeel, met daarin draadjes kip met ham en sliertjes ei.

 

Het gerecht is de nepversie van échte haaienvinnensoep, een gerecht dat voornamelijk werd gegeten in China, Taiwan en Hong Kong. Deze ‘echte’ soep was prijzig, want echte haaienvinnen zijn duur, soms wel honderden Euros per kilo. Het gerecht werd in China vooral tijdens bijzondere feestjes gegeten: een bruiloft, een belangrijk zakendiner of met oud en nieuw.

 

Haaienvinnensoep is al ruim duizend jaar een Chinese delicatesse; het werd tijdens het rijk van keizer Taizu geserveerd als teken van zijn macht, kracht en gulheid. Sinds de vijftiende eeuw werd het gerecht alsmaar bekender en geliefder, tot de communisten aan de macht kwamen en alles wat deed denken aan hoogdravendheid van tafel werd geveegd. Pas in de jaren 80 kwam het gerecht weer terug in beeld, opnieuw als middel om te laten zien hoe rijk en belangrijk je bent. Voor zover te achterhalen valt, zit er in geen enkele haaienvinnensoep in Nederland nog echte haaienvin. Om het zeker te weten hoef je alleen naar de prijs te kijken: voor een kopje ‘echte’ soep zou je zeker vijftig euro moeten betalen.

Koe Loe Ha is een Chinees gerecht dat populair is in de Kantonese keuken bestaande uit gepaneerde en gefrituurde garnalen in een zoetzure saus, traditioneel gecombineerd met onder andere ananas, paprika en ui. "Ha" betekent garnaal.

Koe Loe Yuk is een Chinees gerecht dat populair is in de Kantonese keuken bestaande uit gepaneerde en gefrituurde varkensvleesblokjes in een zoetzure saus, traditioneel gecombineerd met onder andere ananas, paprika en ui.

Mihoen is een dunne, Chinese noedel, gemaakt van rijstbloem. Het is ook bekend onder de naam bihoen (mihoen en bihoen zijn beide benamingen uit het Minnanyu) of rijstvermicelli.

 

In Thailand staat deze noedel bekend als sen mie, in Vietnam als bún, in de Filipijnen als bihon, in Maleisië en Singapore als bee hoon en in Indonesië als bihun of mihun. Kantoneestaligen kennen het als mai fan en Mandarijntaligen als mi fen.

 

Veelal wordt mihoen verward met glasmie. Het is hiervan echter eenvoudig te onderscheiden, omdat glasmie doorzichtiger is dan mihoen, dat praktisch ondoorzichtig is, en omdat glasmie van bonen gemaakt is.

 

Mihoen is gemakkelijk te onderscheiden van een andere populaire noedelsoort bami, dat van tarwemeel gemaakt wordt, omdat bami geel van kleur is en ook veel dikker is. Bij de bereiding wordt echter veelal gebruikgemaakt van soortgelijke ingrediënten, zoals groenten, vlees, eieren en bouillon.

N – R

De naam nasi (goreng) komt uit het Indonesische en Maleisische taalgebied: "nasi", dat gekookte rijst betekent, en "goreng", betekent gebakken.

 

Het refereert specifiek aan de Indonesische varianten. Nasi goreng wordt in Indonesië gezien als nationaal gerecht. In Nederland is deze benaming gaan gelden voor alle vormen van gebakken rijst. In het Nederlandse taalgebied van Indonesië wordt vaak kortweg het woord "nasi" gebruikt ter aanduiding van "nasi goreng".

 

De basisingrediënten van nasi goreng zijn: afgekoelde gekookte rijst, olie of boter, ketjap of sojasaus. Deze ingrediënten kunnen onder andere aangevuld worden met Spaanse peper, ui en knoflook. Nasi goreng kan geserveerd worden met bawang goreng (gebakken ui), spiegelei, atjar, sambal, kroepoek, saté en pindasaus.

 

In Nederlands-Indië werd het vaak als een hoofdgerecht gegeten door de daar woonachtige Nederlanders. Nadat Nederlandse soldaten er tijdens de politionele acties op Java kennis mee hadden gemaakt, is het in Nederland populair geworden via de Chinees-Indische restaurants waar (een eigenlijk meer Chinese variant van) gebakken rijst wordt geserveerd met een gebakken ei, een plakje ham en kroepoek.

Pangsit is de gefrituurde versie van wonton, kleine deegpakketjes gevuld met (varkens)gehakt. Het is feitelijk een Chinese snack, maar daar waar de Chinezen dit hapje stomen, wordt dit in Indonesië gebakken of gefrituurd. Vandaar de toevoeging in de benaming "Goreng" wat gebakken betekent.

In Nederland wordt een rijpe bakbanaan in zijn geheel - maar vaak ook over de lengte in tweeën gesneden - gebakken. Hij kan dan als nagerecht worden opgediend, al dan niet geserveerd met slagroom, kaneel en/of suiker. In de Indonesische keuken wordt gebakken banaan, soms ook als beignet, als bijgerecht bij de rijsttafel geserveerd. Het gerecht heet Pisang Goreng wat letterlijk gebakken bananen betekent.

Bami of Nasi "rames" is een Indonesisch verzamelgerecht dat gemengde (rames) betekent en bestaat uit witte rijst, bami of nasi met stokjes saté, soms ook een kippenbout, plus een gekookt of gebakken ei en een groentegerecht zoals Atjar.

S – T

Saté is van oorsprong een Indonesisch en Maleisisch gerecht, bestaande uit drie of meer stukjes geroosterd kip of varkensvlees op een dunne houten spies, meestal van bamboe. De Indonesische naam ervoor is sate (soms ook sateh of satai). In Maleisië en Singapore komt men het vaak tegen als satay. Het Indonesische/Maleisische woord sate is afgeleid van het Tamil woord catai. In het Indonesisch en Maleis hebben de meeste woorden een lichte klemtoon op de voorlaatste lettergreep en 'saté' is daarop geen uitzondering. Desondanks, waarschijnlijk onder invloed van woorden als "café", wordt het door Nederlanders meestal uitgesproken met de klemtoon op de tweede lettergreep. De klemtoon is echter in het Indonesisch niet belangrijk en de Nederlandse uitspraak klinkt in Indonesische oren heel acceptabel.

 

Saté wordt in Indonesië en Maleisië meestal gegeten met witte rijst (nasi putih) of met blokjes kleefrijst (lontong), ketupat (of kupat, rijst gestoomd in klapperblad), komkommer, rauwe ui of atjar ketimoen (een atjar met komkommer). Over de saté wordt ook een saus gegoten.

Tja Sieuw is de Chinese variant van de Chinees-Indonesische varkensgerecht: Babi Pangang. Het wordt vooral bereid in de Kantonesische (een zuiderlijke streek in China) keuken. Het betekent letterlijk geroosterd varkensvlees.

 

Om Tja Sieuw te bereiden wordt er gebruik gemaakt van schoudervlees met een combinatie van honing, five-spice poeder, hoisin, donkere sojasaus en rood gefermenteerde bonenpasta.

Tjap Tjoy betekent letterlijk gemengde (tjap) groenten (tjoy) en is een vernederlandst Chinees gerecht gemaakt van, gemengde groenten – vaak paprika, komkommer, taugé, wortel en champignons – gebakken met naar wens kip, varkensvlees, rundvlees in een milde, zoutige saus.

Tjauw Fan is gebakken siamrijst met garnalen, kip en groenten. - Het is Kantonesische variant van gebakken rijst of nasi. "Tjauw Fan" betekent letterlijk: gebakken rijst.

 

Het bestaat uit gebakken rijst waarin, onder andere, Tja Sieuw, doperwten en bosui is verwerkt. Het wordt traditioneel als afsluiter van een officieel Kantonees diner gegeten. Uit beleefdheid hoort men het, bij een officieel diner tenminste, niet of nauwelijks te eten. Doet men het wel, dan geeft men daarmee aan dat wat eraan voorafging, onvoldoende was.

Tjauw Ming is gebakken Chinese Bami met garnalen, kip en groenten. - Het is Kantonesische variant van gebakken mie of bami. "Tjauw Ming" betekent letterlijk: gebakken mie.

 

Het bestaat uit gebakken eiernoodle waarin, onder andere, Tja Sieuw, doperwten en bosui is verwerkt. Het wordt traditioneel als afsluiter van een officieel Kantonees diner gegeten. Uit beleefdheid hoort men het, bij een officieel diner tenminste, niet of nauwelijks te eten. Doet men het wel, dan geeft men daarmee aan dat wat eraan voorafging, onvoldoende was.

0
Winkelmand
Je winkelmand is leeg
Close

Wij gebruiken analytische en functionele cookies om je een optimale gebruikerservaring te bieden.